Een van de leukste manieren om op reis te gaan vind ik om te gaan kamperen. Lekker knus, back to basic en toch het gevoel helemaal je eigen plekje te hebben. Het is me met de paplepel ingegoten. Jaarlijks ging ik met mijn ouders, broer en caravan in de zomervakantie naar Oostenrijk. Vervolgens ging ik zo af en toe met een klein tentje weg, van Lowlands tot een weekendje Giethoorn. En dat voelde altijd meteen weer fijn.

Vorig jaar ging ik samen met Remco voor het eerst echt wat langer zelf kamperen. Dat was best even een proef. Zou het wel bevallen? We namen de tent van mijn broer mee, zo’n degelijke ‘De Waard’ tent. Een hoop haringen om in de grond te slaan, maar we doorstonden weer en wind en gelukkig ook zon in Oostenrijk. ”Goh dit is echt heel leuk” dachten we.

Begin dit jaar mochten we met het Blauwe Busje op pas en sliepen we tussen de andere campers bij Boerhoes. Dat was toch ook wel heel leuk hoor, zo’n huisje op wielen. In juni namen de we tent weer mee tijdens een weekend in Zuid Limburg. We waren toen met vrienden die met de caravan waren. Een caravan, eigenlijk toch ook wel heel handig en leuk…

En dus begonnen we wat serieuzer na te denken. Dat we vaker willen kamperen, daar waren we al snel over uit. Maar blijven we dan met de tent gaan? Willen we een nieuwe tent? Zouden we een caravan kopen? Of doorsparen voor een camper?

Kamperen is ook een fijne manier om zomaar even een weekendje ertussen uit te gaan. En dan is de tent die we hebben niet echt ideaal, want die vraagt dan toch wel wat tijd om op te zetten en weer af te breken. Bovendien is een tent minder geschikt voor natter weer, want dan zouden we alles bij thuiskomst ook weer moeten drogen. En ik moet zeggen, de auto ligt altijd wel echt tjok-vol met alle spullen. Maar een tent geeft toch wel weer het meest authentieke kampeer-gevoel voor ons.

Een camper vinden we echt heel tof! Steeds als we een camperbusje zien rijden, dromen we al over dat wij dat ook graag zouden willen. En dan de wereld ermee rond. Maar feit is dat Remco en ik weinig van auto’s weten. Een camper die voor ons betaalbaar zou zijn, is waarschijnlijk in minder goede staat. Daar gaat dan misschien weer meer aan kapot (wat wij dan weer niet zelf kunnen maken). En een camperbusje in betere staat qua leeftijd en/of onderhoud is echt ver boven ons budget.

Dan de caravan… Met een caravan is het anders auto rijden. Er geldt natuurlijk een lagere maximale snelheid en wij houden eigenlijk wel van doorrijden. Wel heb je alles bij je; een soort huis op wielen. Ideaal ook voor een weekend, je kleding mee en gaan. Plus voor een vriendelijk bedrag heb je al een aardig exemplaar.

Oh ja, en dan is er nog de vouwwagen. Maar toen we daar voorbeelden van gingen bekijken bij de Wit in Schijndel, waren we er snel over uit dat dat voor ons niet de keuze ging worden. Teveel nadelen van een tent en niet helemaal de voordelen van een caravan.

Het werd een caravan. Remco en ik zouden op ons gemak rond gaan kijken, maar zoals dat wel vaker met ons gaat, als we ergens enthousiast over zijn, dan gaan we er vol voor. En dus hadden we een week later een caravan gekocht! Een Caravelair Bamba 375. Zegt je niets? Mij zei het ook niet zoveel. 😉 Het is leuk en wat kleiner exemplaar (zodat we met rijbewijs B mogen rijden) met vier slaapplaatsen (waarvan een stapelbed) een badkamertje en natuurlijk een keuken.

Een week later namen we hem mee voor een weekendje Belgische kust. Op de heenweg raakten we in de spits verzeild in het centrum van Antwerpen (vraag me niet hoe, want daar moesten we helemaal niet zijn). Toen was ik maar wat blij dat Remco reed. Op de camping hadden andere gasten al snel door dat het onze eerste keer was, dus vanuit alle kanten kwam hulp om hem op zijn plek te zetten. Ook hebben we de voortent met hulp opgezet, dat ging vrij vlot. En we sliepen… heerlijk! Wat zijn we er blij mee! Op de terugweg heb ik zelfs een stuk gereden en dat viel me reuze mee.

We zijn dus om, van campinglife naar caravanlife!

Ik ben benieuwd, hou jij van kamperen? En hoe ga jij het liefste kamperen?