Eerder schreef ik over mijn reis door Thailand, van Bangkok naar Chiang Mai, Sukhothai, Ayutthaya en Lopburi. Ayutthaya ligt centraal en geeft met openbaar vervoer mogelijkheden om alle kanten op te gaan. En dus ging de reis verder alle kanten op. Eerst naar het Nationaal park Khao Yai, vervolgens naar het indrukwekkende Kanchanaburi.

Nationaal park Khao Yai

Eerst naar Pak Chong, richting het oosten. Na alle tempelbezoeken was het hoog tijd voor wat afwisseling. Pak Chong is met de trein vanaf Ayuttaya in twee uurtjes te bereiken en een ideale uitvalsbasis om Nationaal park Khao Yai te bezoeken.

vogel

De leukste slaapgelegenheden liggen niet in het plaatsje, maar er een paar km buiten in een tropische omgeving tegen het Nationaal park aan en veel lodges bieden ook diverse excursies aan, dus om te overnachten raad ik dat zeker aan. Het plaatsje zelf heeft op een kleine nachtmarkt en wat restaurantjes en winkeltjes weinig te bieden. Maar je komt natuurlijk voor de natuur!

Zo is er de mogelijkheid om tegen zonsondergang naar een uitkijkpunt te gaan waar zodra de zon onder gaat de vleermuizen massaal uitvliegen.

vleermuizen

En natuurlijk kun je trekkings maken door het tropisch woud. Er waren niet echt paden, dus je had echt het gevoel in de jungle te lopen. De gids vertelde van alles over de bomen en planten en af en toe zag ik vogels en apen.

aap

Daar was ook mijn eerste kennismaking met bloedzuigers. Voor de trip door het woud begon, kreeg ik soort beenbeschermers van katoen voor over je broek. Op dat moment leek het mij nogal overdreven. Hoe erg zou het kunnen zijn? Ik had immers dagen bij Chiang Mai in de bergen gelopen en geen bloedzuiger gezien. En opeens viel me een wit soort wormpje op, dat over mijn broek kroop. Nog voor ik het goed kon bekijken sloeg de gids het met een tak weg. En toen zag ik er nog één, en nog één, en nog één… tot ik ontdekte dat er best wel veel van die dingen over die beenbeschermers kropen. En dat waren dus bloedzuigertjes! Iiieeuuww!! Alles er driftig af geslagen en door mijn lawaai een tijd geen vogel of aap meer gezien….

’s Avonds toen het donker was, ben ik met een nachtsafari mee gegaan. Door de lampen van de Jeep lichtten de ogen van allerlei dieren op, herten, apen, cevilkatten, jakkels, zelfs een stekelvarken. Heel tof om mee te maken!

nacht

Deze omgeving heeft nog één extra hoogtepunt. Het strand uit de film The Beach is weliswaar bij Koh Pi Pi opgenomen, maar de bekende waterval scene is in dit nationaal park opgenomen. Leuk om te bezoeken.

waterval

De trein naar Kanchanaburi

Vanuit Pak Chong ging ik met de trein terug naar het westen en door naar Kanchanaburi. Wat een toffe stad is dat! Je hebt er behoorlijk wat eco-vriendelijke guesthouses. ’s Avonds is er veel leven in het stadje. Rond 1 uur ’s nachts sluiten de meeste barren, maar soms blijven ze langer open als het nog gezellig druk is. De Friend bar en de Buddha bar, beiden in dezelfde straat, zijn erg gezellig.

Een uurtje vanaf Kanchanaburi vind je de Erawan watervallen. Erg leuk om te bezoeken en alle zeven treden te beklimmen. Op een warme dag kun je er een verfrissende duik nemen.

Lees ook: de mooiste watervallen ter wereld

hell fire pass

Waarschijnlijk komt het gros van de reizigers naar Kanchanaburi voor de beroemde Hellfire Pass. Met een mini busje bereik je het in een uurtje. Het museum vertelt over de hartverscheurende geschiedenis en de gruwelijkheden die zich daar hebben afgespeeld. De plek heeft een diepe indruk op me gemaakt. Trips zijn vaak gekoppeld aan een bezoek aan de Bridge over River Kwai. Daar kun je een twee uur durende rit met de trein over het spoor doen.

De excursies naar de Erawan watervallen en Hellfire Pass kun je het beste van tevoren online reserveren, zodat je verzekerd bent van een plaatsje.

river kwai

Tot zover mijn reis in het oosten en westen van Thailand. Lees ook deel 4 van mijn reis door Thailand: Phuket en Kho Pi Pi.